Vraag van de ouders:
Het gaat om onze zoon Peter, hij is negen jaar en enig kind. Op dit moment is Peter veel boos en verdrietig. Dit is vanaf april, een jaar na het overlijden van mijn vader. Hij zit niet lekker in zijn vel en kan zich nu niet gedragen op school en zijn schoolwerk gaat nu achteruit. Misschien komt het omdat hij nu gaat rouwen. Misschien komt het doordat hij ook vanaf april naar Zen Shiatsu massage gaat en dat daardoor veel los komt.
In het voorjaar hebben we een hele heftige tijd met hem gehad. Hij wilde dood.
Hij praat niet over zijn gevoel, zegt dat hij het ook niet kan, is een enorme binnenvetter. Wij willen hem zo graag helpen, maar weten niet hoe. Hij heeft constant een grote mond en luistert niet. Hij wil dit niet, maar kan het niet veranderen, zegt hij.Hij heeft ook bijna geen vriendjes, wordt nooit uitgenodigd voor een feestje. Zo sneu.
Ook heeft hij er moeite mee dat hij ADHD heeft. Hij krijgt zo min mogelijk slechte suikers en kleurstoffen. Dit vindt hij natuurlijk niet altijd leuk.
Wij willen dat hij niet steeds boos en verdrietig is en dat hij weer lekker in zijn vel zit. Dat hij gewoon een lekker vrolijk kind is dat plezier heeft in het leven en vriendjes krijgt. Het zal ook heel fijn zijn als hij gewoon ook weet dat minder suiker en kleurstoffen beter voor de drukte in zijn hoofd is.
Ik ben heel benieuwd wat er in zijn koppie omgaat en wat zijn hulpvraag is. En hoe we dit kunnen oplossen.
Mijn antwoord en daaronder de afstemming
De hele week ben ik op een of andere manier al bezig met deze afstemming, Peter blijft maar door mijn hoofd spoken. Ik probeer tijd voor de afstemming te vinden, wil dat ook erg graag, maar het lukt me echt niet qua tijd.
Omdat het me bezig houdt en ik daardoor het gevoel heb dat Peter contact wil, wil ik hem graag vertellen dat ik vrijdag van plan ben contact met hem op te nemen. Peter laat echter niets van zich horen.
Als ik vanochtend achter mijn computer wil plaatsnemen, voel ik een enorme weerstand. Ik stel het uit tot nu en begin, dwars door de weerstand heen, gewoon maar te schrijven……. en het contact komt tot stand.
Na de afstemming wordt me duidelijk waar de weerstand vandaan komt. Peter heeft op volwassen wijze afscheid van zijn opa kunnen nemen, dat er op het loslaten van je liefste opa weerstand zit, kan ik helemaal begrijpen.
Peter is een hele wijze jongen en vertelde in het laatste stukje nog even dat hij grenzen nodig heeft. Je mag je gelukkig prijzen met deze jongen, jouw zoon. Hij is geweldig.
Afstemming op Peter
Hij zit op zijn bed en kijkt me met verbaasde ogen aan. ‘Hallo Peter’, begin ik, ‘ik ben Anita en ik ben door je moeder gevraagd om even met je te praten’.
Ik zie iets van opluchting in zijn ogen en hij nodigt me non verbaal uit naast hem te komen zitten door een stukje op te schuiven. Rustig ga ik naast hem zitten en schiet ook gelijk weer overeind. Zit ik toch bijna op schoot van een wat oudere man die naast Peter is komen zitten. Hij oogt vriendelijk, heeft pretoogjes en Peter reageert blij als hij hem ziet, gaat wat tegen hem aan leunen.
‘Is dat je opa?’ Vraag ik hem.
‘Ja, ik ben zijn opa’, geeft opa gelijk antwoord. Hij zucht en opa begint gelijk daarna te vertellen dat hij best weet dat hij is overleden, maar dat hij zijn grote vriend Peter toch niet in de steek kan laten? Het klinkt bijna verdedigend maar dat belet me niet te vragen waarom hij dat niet zou kunnen.
‘Je ziet toch hoe moeilijk hij het heeft op school, ze blijven maar over hem heen lopen, al die zogenaamde leraren. Ze luisteren niet naar hem, houden geen rekening met zijn gevoel, want het is een gevoelig kereltje’, eindigt hij terwijl hij Peter door zijn haar strijkt.
‘Gaat u dan met hem mee naar school’, vraag ik.
‘Zeker weten, naar school, zwemmen en dat soort dingen. Ik zie gewoon wanneer het mis gaat en probeer Peter dan wat mondiger te maken. Hij hoeft toch alles niet te pikken en dus fluister ik hem dan in wat hij zou kunnen zeggen. Hij vertaalt het op zijn eigen manier’, lacht opa.
‘Hoe gaat het dan nu met hem op school en zo. Gaat het nu wat beter?’
Opa lijkt wat te schrikken van mijn vraag en denkt even na. Dan komt hij tot de korte conclusie dat dit eigenlijk niet zo is. Hij kijkt Peter aan en vraagt aan hem wat Peter ervan vindt.
Peter kijkt hem recht in de ogen en zegt dat hij ooooontzettend van opa houdt, hem zo graag hier zou willen houden. Dat het niet eerlijk is dat hij zijn beste vriend moet missen en dat hij zo blij is als hij hem ziet. Het leidt hem op school wel enorm af omdat hij bang is dat opa zonder wat te zeggen, er ineens vandoor gaat. Daarom blijft hij het contact op gang houden, ook op school en doet hij zonder na te denken wat opa hem influistert. Dat geeft rare situaties omdat hij dan zelf niet eens weet wat hij zegt en doet. Dat maakt hem onmachtig en daardoor wordt het een chaos in zijn hoofd. Het lijkt alsof hij in een spagaat staat wil aan de ene kant zijn eigen leven leiden en aan de andere kant doen wat zijn opa hem zegt.
‘Lieve jongen’, zegt opa, ‘ik wil je alleen maar helpen’.
‘Dat weet ik’, zegt Peter, ‘maar weet je opa, ik weet zelf eigenlijk best wel wat ik zou moeten zeggen als iemand niet zo leuk doet naar mij. Als je mij de tijd geeft te reageren dan zal je zien dat het ook beter gaat op school’.
Opa pinkt een traantje weg, kijkt naar Peter en zegt dat hij ook heel erg van hem houdt, dat hij zijn grote jongen is en dat hij het fijn vindt om zijn grote vriend te mogen zijn. Dat hij zijn eigen pad mag lopen, zijn eigen fouten mag maken en dat hem dat enorm spijt dat hij hem daarvan heeft weerhouden.
Peter huilt nu en vraagt met een trillerige stem aan opa of hij dan nu weggaat.
‘Lieve jongen, dat is wel het beste, voor jou en voor mij. Maar weet je, we nemen nu wel afscheid zoals het goed is voor ons allebeide’.
Hij neemt Peter in zijn armen en samen huilen ze een poosje. Het raakt mij ook ze zo samen te zien. Twee prachtige zielen die voor nu even afscheid van elkaar nemen om elkaar later weer te mogen ontmoeten.
Dan laten ze elkaar los en achter opa klink muziek en staat een prachtige cirkel van licht die alle kleuren van de regenboog uitstraalt. Samen lopen ze erheen, hand in hand. Ik loop achter hen aan en ontmoet de ogen van opa.
‘Nu is hij heel even voor jou Anita. Dank je wel’.
Dan kijkt hij weer naar Peter, geeft hem nog een laatste knuffel en stapt in de cirkel van regenboogkleuren. Peter wil achter hem aan, maar opa loop nog even terug, pakt zijn hand en legt die in de mijne.
‘Het is jouw tijd nog niet jongen. Jij hebt nog een heel leven voor je en je bent een super jongen. Ik hou van je en wacht daar op je, zolang tot je weer bij me bent’.
Ik voel de hand van Peter klam worden als opa weer de cirkel instapt. De kleuren van de regenboog zijn verdwenen, het is nu één grote stralende kolom van licht geworden. Samen zien we opa knipogend naar boven gaan, naar de uitgestrekte armen die hem daar ontvangen.
Peter huilt nu met grote uithalen. Ik loop met hem terug naar zijn bed en neem hem in mijn armen. Laat hem helemaal uithuilen. Hij snikt nog even en met zijn wimpers nog nat van de tranen maakt hij zich los van me en kijkt hij me verlegen en onzeker aan.
‘Hoe is het met je Peter’, vraag ik.
‘Het voelt wat vreemd’, zegt hij, ‘het voelt verdrietig maar ik ben nu ook wel opgelucht. Ik weet nu dat opa er niet meer is en dat we elkaar later weerzien. Wat was dat licht mooi’, zucht hij.
‘Peter, je moeder maakt zich zorgen om je. Ze vind het zo naar dat je boos en verdrietig bent, dat je zelfs dood wilde. Is er naast het overlijden van je opa nog een andere reden, is er nog iets anders wat je zou willen vertellen’.
‘Ik heb altijd al geweten dat opa dood zou gaan, er op gewacht. Maar ik wilde niet dat hij dood zou gaan. Dat heeft me steeds bezig gehouden al zo lang ik leef’.
Plots laat Peter mij een glimp zien van een vorige leven. Twee mensen die zielsveel van elkaar lijken te houden, vader en zoon. ‘Hé’, zegt Peter, ‘dat ben ik’, en wijst op de vader.
Ineens staat vader naast een pas gedolven graf waar een kleine kist in zakt.
‘Het is niet eerlijk’, snikt de vader, ‘hij was nog zo jong ….het is niet eerlijk we hebben niet eens afscheid kunnen nemen’.
Diepbedroefd staat de vader naast het graf. Peter staat ineens naast hem en legt zijn hand op de schouder van de vader. De vader geeft geen reactie, lijkt hem niet te kunnen zien. Peter fluistert iets in zijn oor en de vader recht ineens zijn schouders, lijkt niet zo heel erg verloren meer.
Dan komt Peter naar me toe, pakt me bij de hand en we zitten weer op zijn bed. Nieuwsgierig vraag ik hem wat hij gezegd heeft aan zijn andere ik. Ik kijk naar een paar wijze ogen als hij zegt: ‘Huil en wees verdrietig, maar niet al te lang. Leef je leven, je zult hem weer ontmoeten’.
‘Wat ontzettend mooi Peter, wat heb je dat goed gezegd en gedaan, super!
Peter straalt. Samen zijn we even stil. Dan vraag ik aan Peter nog hij nog iets kwijt wil.
‘Alleen maar dat mama zich geen zorgen hoeft te maken. Ze mag me grenzen leren, dat heb ik nodig, maar dan moet ze ook consequent zijn. Ik zou het fijn vinden als we weer een hondje zouden kunnen krijgen, een vriendje. Ik heb nu geen andere vriendjes nodig. Aan een kant vindt ik het niet leuk dat ik niet wordt uitgenodigd voor een feestje maar het heeft ook veel voordelen, het geeft rust en dat heb ik nu meer nodig’.
‘Dat is het Anita. Dank je wel dat je hier was en dat ik niet alleen opa heb moeten laten gaan’.
‘Dank je wel lieve Peter, dank je voor je vertrouwen en je wijze woorden’.
‘Dag Peter’,
‘Dag lieve Anita’, en ik loop zijn kamertje uit. Als ik omkijk probeert hij naar me te knipogen, net zijn opa.
Reactie van zijn moeder|
Ik heb met verbazing en al huilend jouw mail gelezen, zo kloppend en hoe kon je toch weten dat mijn vader vriendelijk oogt?
Wat ik gemerkt heb in die week dat jij mij de mail stuurde was dat hij die dinsdag heel, heel verdrietig was. Zelf heb ik het idee, dat je toen contact met hem had?
Ik bracht hem op bed en hij was aan het huilen en huilen. En had het erover dat hij Lucky (de hond) en opa zo mist. Daarna heeft hij niet meer zoveel verdriet gehad. En hij heeft het er ook niet zoveel meer over.
Ik ben bezig met hem grenzen te leren en ik merk dat hij het niet altijd leuk vindt, maar naderhand wel accepteert.
Op school ging het een stuk beter nadat jij met hem gesproken hebt. Dat hoorden we ook van juf.
Nu gaat hij naar groep 6 en het lijkt goed te gaan.
Wel is hij nog heel slecht met luisteren en het opruimen is een ramp. Dat is jammer en erg vermoeiend.
Ik ben wel heel blij dat je met hem gepraat hebt. Hij lijkt veel minder verdrietig en is ook niet zo boos meer.
DANK JE WEL!!!!
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
“Liefde claimt geen bezit,
maar geeft vrijheid”
Ben jij geïnteresseerd in een afstemming voor je kind of voor jezelf? Neem dan contact op met mij via: anita@hartsverbinding.com of kijk op de pagina over de Luisterkindmethode